Eisen
De ondergrond moet vast, droog, schoon, draagkrachtig en vrij zijn van sinterhuid, uitbloedingen en onthechtende substanties. Vochtige of niet geheel gebonden ondergronden kunnen leiden tot schade in de daropvolgende lagen, bijv. luchtbellen, scheuren.
Voorbereidingen
Controleren of de aanwezige lagen geschikt en draagkrachtig zijn. Niet draagkrachtige lagen verwijderen.
Materiaalbereiding
Gebruik als tussenlaag: max. 5% met water verdunnen. Gebruik als eindafwerking: max. 5 % met water verdunnen. Met zo min mogelijk water verdunnen, om de verwerkingsconsistentie te bereiken. Het materiaal vóór de verwerking goed oproeren. Als het materiaal met een machine of pomp wordt aangebracht, moet de verwerkingsconsistentie overeenkomstig worden ingesteld. Intensief gekleurd materiaal niet of slechts met weinig water verdunnen. Een te sterke verdunning verslechtert de eigenschappen van het materiaal, bijv. qua verwerking, dekvermogen en kleurintensiteit.
Verwerkingstemperatuur
Minimale ondergrond- en luchttemperatuur: +5°C Maximale ondergrond- en luchttemperatuur: +30 °C
Verbruik
Toepassingssoort Ca. verbruik per laag 0,15 – 0,18 l/m² bij 2 lagen 0,30 – 0,36 l/m² Het materiaalverbruik is onder andere afhankelijk van de verwerking, ondergrond en consistentie. De opgegeven verbruikswaarden kunnen alleen worden gebruikt ter oriëntatie. Exacte verbruikswaarden moeten eventueel op het object worden bepaald.